Een dode
Ik neem de hoorn van de haak
en leg hem tegen mijn oor.
Gelijk als hij spreekt
wordt
daar waar ik ben
vervangen door een andere ruimte.
Mijn ogen zijn open maar
ik kijk en sta in een andere omgeving.
Ik weet waar hij zich bevindt.
Het instituut heb ik eerder bezocht,
eerder,
op bezoek bij een jonge vrouw
met verborgen stemmen
in haar radio en televisie.
Die verblijfsruimte zie ik
vanuit de gang
uit »One flew over the Cooko´s nest».
Een samengesteld beeld.
Ik
bevind mij in de hoorn.
In mij,
bij hem.
Ik wil hem zoveel vragen.
Maar wàt eerst?
Ik wil hem zien
en met hem praten
maar ik heb alleen de hoorn.
Ik keer me naar binnen,
de beleving in.
«Waar ben je nu?»
Er zijn weinig woorden.
Enkele minuten.
En ik stel de domste vraag:
»Gebruik je medicijnen?»
Een half leven later
voel ik nog hoe stom
die vraag.
Ik sloot daarmee definitief
onze gedeelde wereld af.
Ik had gelijk spijt.
Riep met mijn lijf
niet af te sluiten.
Maar er waren zo weinig woorden
en ik kon dat alleen begrijpen,
als een opduikend lichtje,
als hij onder invloed zou zijn,
gedrogeerd,
misschien door medicijnen?
Hij wilde me verder niet storen,
neemt afscheid en
hangt op.
Hij hangt zich op,
later.
Comments